Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Inge De Leeuw met familie

Ik voel me een beetje ontheemd - Het is vertrouwd, maar toch niet

Voor welke droom spaar jij je geld in 2018? Inge De Leeuw had meteen een antwoord op die vraag: “Een verhuis terug naar het verre Vlaanderen (na 17 jaar in Nieuw-Zeeland) staat op onze wishlist voor 2019, iets wat erg veel zal kosten en momenteel onmogelijk lijkt.” Intussen is ze 7 maanden terug en kijkt ze voorzichtig achteruit.

Inge leerde haar Nieuw-Zeelandse man Vaughan kennen toen ze in het jaar 2000 aan de andere kant van de aardbol studeerde. Ondertussen verhuisden ze samen al 21 keer en woonden o.a. in Japan en Oost-Afrika, maar ze settelden uiteindelijk in Nieuw-Zeeland en kregen er twee kinderen. “Onze dochter Elise en zoon Manu hebben net als ik dubbele nationaliteit. Elf jaar voor Elise geboren werd, hebben we al een gesprek gehad over hoe we onze kinderen bi-cultureel wilden opvoeden. Tijdelijk terug naar België verhuizen paste in die visie.”

Ze hoorde en las dat een aanpassing een jaar zou duren. “‘Een half jaar zal al ruim zijn’ dacht ik, maar ik begin toch in te zien dat dat niet klopt. Nu is het zelfs wat lastiger dan in het begin, op een andere manier. Mensen zijn niet meer gewoon dat je in België woont en je bent natuurlijk niet de eerste persoon aan wie ze denken om op te bellen of om mee af te spreken. Terwijl we langs de andere kant in Nieuw-Zeeland een enorm netwerk hebben van mensen die ons bijna dagelijks laten weten dat ze ons missen. Ik wíst dat wel vooraf, maar toch is het zwaarder dan verwacht.

Roots, taal en identiteit

“Ik heb heel lang rondgelopen met een verscheurdheid, ik had het gevoel dat ik tussen twee stoelen zat en geen enkele thuis had. Maar in de afgelopen jaren heb ik dat gevoel omgedraaid naar een positievere kijk en nu zie ik in dat ik twee thuislanden heb. Ongeveer een jaar voor we terugkwamen, kreeg ik mijn Nieuw-Zeelands paspoort en plots werd het toch wel harder om te vertrekken. Je zingt het volkslied, je kinderen zijn er geboren, het wringt om dat allemaal achter te laten. Langs de andere kant: ik werk met vluchtelingen die hemel en aarde moeten bewegen voor een visum, terwijl ik gewoonweg met twéé paspoorten rondloop, dat is een luxe waar ik niet teveel over wil klagen!”

Inge organiseerde in Nieuw-Zeeland vaak Belgische wafelnamiddagen voor vrienden, kwam elke twee tot drie jaar op bezoek in België, sprak Nederlands met de kinderen en liet hen vooral Nederlandstalige televisie kijken. “Ze hadden geen actieve kennis van het Nederlands, onze dochter durfde bijvoorbeeld geen Nederlands spreken met haar nichtje op Skype. Toen we in België aankwamen, is die kennis geactiveerd. Onze dochter heeft zes weken het traject voor kinderen met taalachterstand gevolgd en toen was haar niveau al voldoende. De plasticiteit van kinderhersenen is ongelooflijk. Telkens als ik de kindjes Nederlands hoor spreken, ben ik vertederd en weet ik waarom het al die moeite waard was.”

Ze merkte ook dat hoe ouder ze werd, hoe meer ze haar eigen roots begreep en miste. In Nieuw-Zeeland leeft dat ook op een andere manier, zij hebben het over voorouders en ancestral land. “Wel, mijn ouderlijke grond ligt in de Westhoek en niet in Nieuw-Zeeland, dus groeide met de jaren de drang om meer van mijn eigen tradities en geschiedenis te leren kennen.”

Stabiliteit voor de kinderen

Algemeen wordt aangeraden om kinderen best voor hun twaalfde zo’n ingrijpende verhuizing te laten doormaken, omdat ze anders moeilijker aarden. “Die naderende grens bij onze achtjarige dochter was de aanleiding voor onze verhuis. Maar ik werd ook 40 dit jaar en het is exact 20 jaar geleden dat ik naar het buitenland verhuisde, die symboliek speelde wel op me in.

Het eerste halfjaar ben ik uitsluitend met mijn kinderen bezig geweest want ze hadden intensieve begeleiding nodig, zowel op school en praktisch maar vooral ook emotioneel. Ik voelde me enorm verantwoordelijk want ik ben uiteindelijk degene die vertrokken is en nu iedereen terug meesleurt. Misschien is het goed dat we aan het begin niet wisten wat er zou komen, want het is wel al zwaar geweest. Ons zoontje wilde niet meer eten, niet meer slapen, schreeuwde alles bij elkaar de eerste drie maanden.

Hij was 2,5 en had de taal niet om zijn emoties te uiten, maar hij houdt niet van verandering. Plots stond zijn wereld op zijn kop: andere taal, andere mensen, ander huis, … Het was geen overbodige luxe dat ik er was om me daarop te focussen. Dat is gebeterd toen de zomervakantie eraan kwam, maar toen bleek plots dat onze superflexibele dochter toch niet zo op haar gemak was als we dachten. Het bleek dat ze veel verdriet had omdat ze haar Nieuw-Zeelandse familie miste, maar omdat ze haar gevoelens niet goed kon uiten zette ze dat om in boosheid.”

Nu zijn we twee maanden verder en is de storm gaan liggen. “Het was gelukkig niet elke dag zo’n strijd, we hebben ook veel mooie momenten doorgebracht als gezin, momenten waarop ik niet meer twijfelde aan onze keuze. Het was een beetje naïef om te denken dat de kindjes zich zomaar zonder slag of stoot zouden aanpassen want al mijn familie is hier en ik spreek de taal vloeiend en toch heb zelfs ik het soms moeilijk. Zelfs al zijn ze flexibel, het blijft voor hen een enorme aanpassing om hun leven achter te laten.

Onze kinderen beseffen nu nog niet wat voor cadeau het is dat ze met zo’n open blik op de wereld worden opgevoed, maar onze Nieuw-Zeelandse vrienden en familie zagen het vanaf het begin als een verrijkende ervaring. Hier in België waren de reacties eerst wat terughoudender omwille van bezorgdheid, maar wij zien alvast dat deze ervaring de kindjes openheid geeft, een ruimere blik, hun leven wordt interessanter.” Na jarenlang al het spaargeld aan de kant zetten voor reizen naar België, heeft het gezin nu het gevoel eindelijk op vakantie te kunnen. “Hier gaan we naar Frankrijk, Engeland, alles is mogelijk, dichtbij en niet duur om naartoe te gaan.”

Integreren in Gent

Inge’s man studeerde middeleeuwse Europese geschiedenis en heeft een grote liefde voor nieuwe thuisstad Gent, maar zijn aardingsproces in de Arteveldestad is nog volop aan de gang. “Hij zei me onlangs: ‘Jij hebt het 17 jaar gedaan, nu is het mijn beurt’. Het doet me wel beseffen dat hij zich destijds verantwoordelijk heeft gevoeld voor mijn geluk. Hij kan het gemis wel gewoon uitschakelen, enkel als de All Blacks spelen, krijgt hij het moeilijk. Gelukkig woont zijn beste vriend in Londen, ze hebben elkaar al zes keer gezien in zeven maanden. Dat maakt echt een verschil.

Mensen denken dat het leven hier zeven maanden na aankomst wel zijn gewone gangetje loopt. Er wordt weinig gevraagd of ik mijn oud leven, vrienden en job mis of hoe is het om na 20 jaar terug thuis te wonen. Mensen nemen gewoon aan dat ik daarmee overweg kan. Er is helaas geen fast forward knop om deze fase vlugger te doen gaan, je moet er gewoon door. Ik weet ook wel dat alles goed komt, maar dat neemt niet weg dat je wel af en toe een schouderklopje kan gebruiken. Momenteel heb ik nog een beetje het gevoel dat ik niet in mijn eigen leven zit, het voelt als iemand anders zijn leven, wat aantoont dat ik mijn weg nog niet helemaal heb gevonden.”

In Nieuw-Zeeland was ze migrant onder migranten, hier is ze blanke Vlaming. “Mensen hier zien niet dat ik in Afrika, Azië en Oceanië gewoond heb. In Nieuw-Zeeland hadden wij vrienden uit tientallen verschillende landen in de wereld. Iedereen had wel een ouder van een andere nationaliteit, velen droegen een hoofddoek, dat maakte allemaal niets uit. Hier is het zo gesegmenteerd, ik heb het daar wel moeilijk mee. Aan de schoolpoort staan allemaal Turkse mama’s; in Nieuw-Zeeland zou ik daar gewoon op afstappen en een babbeltje mee slaan over de kinderen, maar hier voel ik heel hard de afstand. Ik wil soms zeggen: ‘ja maar ik ben zoals jullie, ik ben ook een migrant’, maar dat is niet waar, ook al voelt het zo. Ik ben alleszins teruggekomen met een heel andere blik op Vlaanderen en België dan toen ik vertrok. Zeker als je in mijn sector werkt, trek je grote ogen want de humane waarden waarover de Europese Unie het zo vaak heeft zijn niet altijd zichtbaar. Vijf dagen voor we vertrokken uit Nieuw-Zeeland, op 15 maart, was er de terroristische aanslag in Christchurch, waar ik vanuit mijn functie in het Rode Kruis nauw bij betrokken was. De reactie die daarop is gekomen, zowel van politici als gewone mensen, was zo sereen en hoopvol. Het staat echt lijnrecht op het rechtse discours in Vlaanderen en Europa, we hebben nochtans hetzelfde meegemaakt maar reageren er volledig verschillend op.”

Aangenaam verrast

De grootste verrassing bij terugkeer? “Ik heb me een jaar voorbereid en er altijd rekening mee gehouden hoe lastig het zou zijn, hoe moordend de bureaucratie hier is en dat Vlamingen in de publieke ruimte wat nors kunnen zijn. In de eerste maand dat we terug waren, zijn we echter overal zeer gastvrij ontvangen, alles werd vlot afgehandeld, mijn man kreeg bakken empathie op het gemeentehuis en alle winkelbediendes waren heel klantvriendelijk. Het leek wel een grap, omdat het zo omgekeerd was aan onze verwachtingen. Dat heeft een enorm groot verschil gemaakt voor ons. Als we tegen een bureaucratische muur waren gebotst in de eerste weken of onvriendelijk behandeld, was het anders geweest. Maar ook de stad Gent is positief geëvolueerd, zoveel groener, mooier, diverser, aangenamer. Dat waren allemaal positieve verrassingen.”

Inge vergelijkt de verhuis terug naar België met het terug ontdekken van een oud jeansjasje. “Je vindt het nog altijd heel mooi en trekt het na lange tijd weer aan, maar het past niet helemaal meer. Het zit niet meer zo comfortabel, maar je wurmt er je toch in. Het is vertrouwd, maar toch niet. Misschien moet het gewoon nog een beetje stretchen.”

Auteur:
Anne Cruyt